Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  Het stadhuis van Zottegem

Het stadhuis van Zottegem


Hoewel de fusiegemeente pas in 1985 officieel de titel "stad" kreeg, werd in de volksmond algemeen gesproken over het "stadhuis" van Zottegem. De vroegere kleine kern was welllicht de enige gemeente met een stadhuis. We treffen die benaming trouwens aan op een 19de-eeuwse prentkaart, naar de gravure in Sanderus" Flandria illustrata (ca. 1640). Het gebouw, toen met trapgevel en achthoekig torentje en met een niet afgewerkte of deels vernielde ronde toren naast de ingangspoort, stond op dezelfde plaats als het huidige stadhuis.
 
Het stadhuis ging in 1658, samen met het grootste deel van het centrum, in de vlammen op. Een "Zicht van de Merkt te Sottegem, in 1853" toont ons dan ook een gebouw met een duidelijk gewijzigd uitzicht. De trapgevel is verdwenen en de indertijd fragmentarische toren werd opgetrokken, met op de punt van het dak een bolvormig ornament waarop een pijprokende wachter, gewapen met hellebaard en gemeentelijk wapenschild, als windwijzer fungeert. We kunnen door de openstaande deur binnenkijken en zien dat er in dat gedeelte van het stadhuis herberg werd gehouden. Op zich niet zo verwonderlijk want de combinatie herberg-gemeentenhuis was toen vrijwel algemeen. Hier verzorgde de herbergier de combinatiefunctie kroeghouder-huisbewaarder. Naast het opmerkelijke torentje stond de "halle", de overdekte verkoopsruimte.
 
Sedert het begin van de 19de eeuw was hier ook het vredegerecht ondergebracht. Het gebouw werd in opdracht van toenmalig bugemeester Jan Baptist Fredericq, in 1857 gesloopt. Architect E. Vanhoecke-Peeters ontwierp het nieuwe stadhuis, dat in 1862 door aannemer A. De Bodt werd opgetrokken. Het werd een constructie die deels aanleunt bij het strenge neoclassicisme, deels tot het eclecticisme kan gerekend worden. De bakstenen gevel, bepleisterd en witgeschilderd, staat boven een arduinen plint. De voorgevel - Marktzijde - heeft een ingang geflankeerd door een portiek met Toscaanse zuilen die het balkon schragen. De zijgevel staat op zichzelf en heeft als meest in het oogspringende element de vierkante lantaarntoren boven een driehoekig fronton.
 
Op 1 november 1907 werd de eerste- en zolderverdieping van het pand door een brand verwoest. Zij werden echter in dezelfde stijltrant herbouwd. Van recentere datum is de aanbouw aan de Heldenlaan.
 
© Danny Lamarcq
 
Bron
KOENRAAD DE WOLF, Art Nouveau & Art Deco in de architectuur te Zottegem, Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen Nieuwe Reeks 20, Gent, 1982, pp. 27-28 ; NESTOR VAN DEN BOSSCHE, Zottegem, ontstaan en ontwikkeling, Zottegem: Rotary Club, 1981 ; FRANS WATTE, Zottegem, 17e-18e eeuw, 29e Jaarboek van de Zottegemse Culturele Kring, Zottegem, 1986, pp. 199-200.