Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  Monument Politieke Gevangenenplein

Monument Politieke Gevangenenplein


IN 1995 werd de vijftigste verjaardag van de bevrijding van de kampen herdacht. In onze stad was die herdenking geconcentreerd rond een plechtigheid op 30 april aan het monument op het Politieke Gevangenenplein. Het leek ons in het kader van deze rubriek over het Zottegemse patrimonium interessant deze keer nader in te gaan op allicht één van de minst gekende monumenten: het gedenkteken voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

De geschiedenis van het monument gaat terug tot kort na de bevrijding. Al op 24 januari 1947 vraagt de "Bond der Politieke Gevangenen en Agenten der Geheime Diensten Afdeling Sottegem" aan het gemeentebestuur "de mogelijkheid in te zien een monument te plaatsen ter ere der Politieke Gevangenen van den oorlog 1940-1945, bij voorkeur in de Heldenlaan, nabij de Vrijheidsboom der Oud-strijders". Mocht hun voorstel aanvaard worden zouden ze "graag gehoord worden nopens aard en zinnebeeld van het gedenkteeken in kwestie". Het stadsbestuur gaat daar voorlopig echter niet op in. En hoewel begin 1948 gemeenteraadslid Arthur Van Damme, zelf politiek gevangene en hun voorzitter in Zottegem, op zijn beurt aan het bestuur vraagt "een monument te plaatsen ten voordele hunnen gevallenen van de oorlog en achtergebleven politieke gevangenen van de oorlog 40/45",komt zo"n monument er pas in 1962. Op 18 juni dat jaar beslist de gemeenteraad "tot het oprichten van een monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de oorlog 1940-45, gesneuvelde militairen, in ballingschap omgekomen politieke gevangenen, leden van de weerstand en anderen".

Het monument wordt ingehuldigd op dinsdag 21 juli 1964. Het programma begon om 10u30 en verliep als volgt:"Bijeenkomst ten stadhuize en vorming van de optocht; korte plechtigheid aan het oorlogsgedenkteken op de Heldenlaan; optocht -via Heldenlaan, Laurens De Metsstraat, Grotenbergestraat, Welzijnstraat, Acacialaan - naar het Politieke Gevangenenplein, onder begeleiding van het muziek der Gemeentelijke Brandweer; wijding van het nieuwe monument door Z.E.H. Pastoor Bressers; inhuldiging van het monument gevolgd door gelegenheidstoespraken; vervolg van de optocht langs Acacialaan en Kastanjelaan, Godveerdegemstraat, L. Roelsstraat, Van Aelbrouckstraat, Statieplein, Statiestraat, Markt; receptie ten Stadhuize".

Op de sokkel van het monument vinden we de volgende gegevens terug: A. Zottegem - aandenken aan de slachtoffers van de oorlog 1940-1945 B. Politieke Gevangenen - Bogaert Firmin († 08.04.45), Ceuterick Werner († 16.04.45), De Moor Adrien († 22.01.45), Florin Albert († 24.02.45), Keymeulen August († 09 03.45), Lefèvre Leon († 15.01.45), Lootens Jules († 07.02.45), Otte Georges († 14.05.45), Segers Albert († 03.05.45), Sonck Albert († 24.02.45), Stautemans Gaston († 28.03.45) C. Militairen - Cornelis Victor († 12.03.40), De Backer Polidoor († 29.04.46), Van De Casteele Theofiel († 26.05.40), Van Der Bracht Urbain († 18.05.40), Rivière Werner († 15.06.43) D. Andere slachtoffers - De Clercq René († 03.09 44), De Rouck Marie († 05.08.44), Moreels Jozef († 28.08.44), Plasschaert Lucien († 28.04.45), Steurbaut Louis († 21.09 44), Van Paemel Richard († 11.09 44), Van Der Sijpt Albert († 25.04.45). Een paar gegevens op het monument zijn duidelijk verschrijvingen. Zo stierf Jules Lotens niet in 1945 maar in 1944. August Keymeulen overleed op 15 mei en niet op 9 maart, en Louis Steurbaut stierf op 4 september 1944, aan zijn verwondingen opgelopen bij de bevrijding, getuige zowel de Rode-Kruisfiches als de overlijdensakte.

Het monument zelf staat in Bevegem, op het Politieke Gevangenenplein. Burgemeester De Maesschalck gaf tijdens de officiële plechtigheid afgelopen 30 april zijn indruk als volgt weer: "Een plein. Een plantsoen. Een lommerrijke boom. En onder die boom een monument. Een intimistisch gedenkteken, tegelijk ietwat bevreemdend. Hoog op een sokkel zit een man intriest te wezen. Met zijn hoofd in zijn hand, zijn gezicht vertrokken, staart hij in het ijle. Een verwrongen en getormenteerde figuur. Kunstenaar Maurits Witdouck die in 1962 dit werk boetseerde, wilde het duidelijk zo. Met een minimum aan plastische franjes, heeft hij hier een beeld willen oproepen van pijn en smart, van onrecht en ontmenselijking. Van niet begrijpen en ondergaan. Van ontzetting over het leed dat mensen andere mensen kunnen aandoen. Kortom, een universele, krachtige kreet tegen onderdrukking, tegen verdrukking, tegen machtswellust".

© Danny Lamarcq