Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  De tramstatie

De tramstatie


Aan de Arthur Gevaertlaan, net buiten het centrum van Zottegem, bleef tot voor kort een relatief intact tramstation bewaard. Een tastbare getuige van een uitgebreid buurtspoorwegnet dat in de eerste helft van deze eeuw kenmerkend was voor Vlaanderen.
 
Geënt op het belangrijke spoorwegknooppunt dat Zottegem sinds het laatste kwart van de 19de eeuw vormde, werden hier achtereenvolgens aangelegd:
- de tramlijn Zottegem - Wetteren, die al in 1907 bestond
- de buurtspoorweg Merelbeke - Zottegem, geopend in 1909. Deze was 23 km lang en had 2.250.000 BEF gekost.
- de lijn Zottegem - Ninove, lopend over 18,5 km. Ze werd geopend in 1910 en vergde een investering van 1.830.000 BEF.
 
In 1911 diende de gemeente Sint-Maria-Horebeke een aanvraag in om, als verlenging van de bestaande lijn Ronse / Sint-Maria-Horebeke, een verbinding te maken met Zottegem. Het nodige kapitaal werd echter nooit opgehoest. Niet te verwonderen, want het becijferde rendement van deze verbinding bood weinig perspectieven. Het uitgebreide buurtspoorwegnet kwam vanaf het midden de jaren 1930 onder vuur te liggen. De Nationale Maatschappij der Buurtspoorwegen (NMVB) kon niet langer alle lijnen onderhouden en één voor één werden ze geschrapt. Zo viel in 1939 het doek over het traject Zottegem - Ninove.
 

Het tramstation

De "tramstatie" aan de Arthur Gevaertlaan werd omstreeks 1900 opgetrokken, als een drieledig bakstenen complex bestaande uit het stationsgebouw, een werkplaats en een ruime stelplaats met ateliers. Een openbaar toilet vervolledigde de site. Het station ligt ten zuiden van het terrein. Het is opgetrokken in twee bouwlagen en een zolder, met een zadeldak. Het wordt vervolledigd met aan weerszijden een eenlaags bijgebouw. Het station was uiteraard in de eerste plaats bedoeld voor de reiziger: hij kon er zich een kaartje kopen en er wachten op zijn verbinding. Allicht deed het ook dienst als woning voor de stelplaatsoverste. Achter het station stond het atelier. Het was een bakstenen eenlaagse constructie onder zadeldak, met een grote toegangspoort. Ten noorden van het terrein sprong de grote driebeukige stelplaats in het oog. In de middenbeuk lagen begin de jaren 1990 nog de twee tramlijnen langswaar de voertuigen werden "binnengeloodst". Rechter- en middenbeuk bleven goed bewaard en hadden binnenin een ijzeren Polonceaukap met een houten spant. De rechterbeuk was sterk vervallen; enkel de zijmuren stonden nog overeind. Als geheel vormde deze site een prachtig stukje industriële archeologie. Project Tramstatie In 1979 richtten de Buurtspoorwegen een schrijven aan het Zottegemse OCMW, dat rechtover de site ligt, waarin werd gepolst naar de interesse om het complex te kopen, een koop die werd afgesloten op 17 februari 1981. Ruim twintig jaar lang deed het complex dienst als opslagplaats voor de dienst Openbare Werken van de stad Zottegem en werd de voormalige reparatiewerkplaats door het OCMW als schrijnwerkerij gebruikt. Eind de jaren 1990 werd een overeenkomst afgesloten met Sociale Huisvestingsmaatschappij Denderstreek voor de bouw van een 100-tal nieuwe sociale woningen. Bij de uitwerking van het project werd, met respect voor de geschiedenis van e site, geopteerd voor het behouden van het tramstation.