Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  De Sanitary

De Sanitary


De Gemeenteraad keurde in zitting van 16 februari 1998 het voorontwerp van het "Administratief Centrum Zottegem" goed. Ondertussen werden alle stadsdiensten centraal ondergebracht in een gedeelte van het complex van de voormalige "Sanitary Underwear Company" (kortweg de Sanitary genoemd). Een korte toelichting bij de boeiende (bouw)geschiedenis van dit pand.
 
Beeldbepalend
De Sanitary is een van de beeldbepalende gebouwen in het Zottegemse centrum. Het is tevens een tastbare getuige van de rijke textieltraditie in de Egmontstad. De "Sanitary Underwear Company" werd in 1909 opgericht onder impuls van Joseph Schockaert. Hij was de zoon van Gustaaf, de pionier van de Zottegemse textielindustrie, die in 1882 startte met de firma "Schockaert-Smeets", de latere "S.A. Société Générale des Textiles". De bedrijfsgebouwen, waarin vandaag de Dienst Openbare Werken en het ATC zijn gehuisvest, palen trouwens aan de Sanitary. In 1909 ging de Sanitary dus van start, dit met de financiële inbreng van de familie Schockaert, de Londense breigoedgroothandelaar "Downing Ltd", de Luikse familie Baar-Lechartier, de Zottegemse brouwer De Wilde en de familie Van Steenberge (van de gelijknamige houthandel). De fabriek werd opgetrokken naast het pioniersbedrijf, aan de Paddenhoek, nu de Gustaaf Schockaertstraat. De nieuwe fabriek kreeg ingenieur Herbert De Puyseleere, gehuwd met Berthe Schockaert, als directeur. Onder het toezicht van zijn schoonvader Gustaaf en van zijn schoonbroers Joseph en Leon Schockaert leidde hij het bedrijf. De Puyseleere tekende ook de plannen voor het fabriekcomplex. Het werd een voor zijn tijd erg revolutionair gebouw, volledig opgetrokken in gewapend beton, meteen één van de eerste betonconstructies van ons land. De voor- en achtergevel van het hoofdgebouw werden volledig in ter plaatse gestort gewapend beton uitgevoerd; de zijgevels kregen een betonskelet opgevuld met baksteenmetselwerk. Het platdak werd afgeboord met een betonnen balustrade, met in de zuidoosthoek een betonnen vierkante watertoren van 60 m³. Deze watertoren was het eindpunt van een eigen waterwinning die langs vijf geboorde waterputten nabij de kerk van Godveerdegem werd gevoed. Beeldbepalend in de voorgevel is de volledige betonnen hijsbalk. Bij het hoofdgebouw hoort een stoommachine- en ketelhuis en een achthoekachtige fabrieksschouw in betonmetselwerk, versterkt met ijzeren banden. De twee Lancashire stoomketels van 10 atmosfeer, in 1909 gebouwd door de "Usines de Jumet S.A.", bleven eveneens bewaard. Hoofdgebouw, fabrieksschouw en stoomketels werden als monument beschermd bij besluit van 3 januari 1995.
 
Ondergoed
De Sanitary produceerde aanvankelijk ondergoed voor het Britse Gemenebest; voor de binnenlandse markt werd nauwelijks gewerkt. Een en ander verklaart de Engelse firmanaam. Het bedrijf had zwaar te lijden onder de recessie van 1929. De afzetmarkten sloten en het jaar daarop lag de fabriek stil. In 1931 wordt opnieuw gestart. In het midden van de jaren dertig sleept men belangrijke bestellingen van het leger in de wacht en na de Tweede Wereldoorlog kent men veel succes met het maken van damesondergoed in satijn en nylon. De late jaren veertig tot en met het midden van de jaren zestig waren dan ook gouden jaren voor de Sanitary. Na de dood van De Puyseleere (1952) blijft het bedrijf in handen van familieleden tot het in 1989 werd overgenomen door de Nederlandse textielgroep "Ten Cate". Deze doekt in september 1992 het bedrijf op. Het bijna 54 are grote complex werd op 22 september 1993 aangekocht door de intercommunale "Land van Aalst".

© Danny Lamarcq