Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  De Grote Oorlog - deel II

De Grote Oorlog - deel II


Op 11 november 1918 om 11 uur in de voormiddag, eindigde de Eerste Wereldoorlog, de ‘Grote Oorlog’, zoals hij toen werd genoemd. Vier jaar had de waanzin geduurd en ook Zottegem likte zijn wonden. Ten minste 148 jonge mannen waren gesneuveld aan het IJzerfront, of elders. 37 mannen en vrouwen vielen als burger... De doden mochten en zouden niet vergeten worden, want dit mocht nooit meer gebeuren. Ook bij ons werden zowel begraafplaatsen ingericht als diverse monumenten opgericht.
 
Monumenten in de deelgemeenten
In de vorige info begonnen we een tweedelige reeks. We ronden deze nu af met een bijdrage over de monumenten in de deelgemeenten.
 
Elene
Hier werd geen monument voor de gesneuvelden opgericht. Allicht heeft dit te maken met het feit dat de enige gesneuvelde die volgens de overlijdensregisters in Elene woonde, met name Omer Van Audenaerde, geboortig was van Velzeke-Ruddershove. We vinden zijn naam trouwens op het monument van de laatstgenoemde gemeente.
 
Erwetegem
In de hoek rechts naast het portaal van de Erwetegemse kerk werd een monumentaal gedenkteken voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog opgericht. Het bevat vijf elementen. Centraal een sokkel waarop een Heilig Hart van Jezus prijkt, met onderaan de vermeldingen "O Here, schenk ons uw Vrede” en "Hulde der Gemeente Erwetegem aan de slachtoffers van den oorlog 1914-1918”. Hier vinden we ook de signatuur van de ontwerper: "J. Van Oudenhove, Sottegem”.
 
Links werden de namen van de gesneuvelden gebeiteld; rechts die van de opgeëisten en van de burgerlijke slachtoffers. Het geheel wordt afgewerkt met twee basreliëfs: links een soldaat; recht een burger met ketens in de beide handen. Links in het portaal van de kerk hangt een schitterende bronzen plaat van de hand van J.C. Spoorenberg. Ze draagt als opschrift: "Zalige gedachtenis aan de Helden van Erwetegem gestorven voor het Vaderland” en bevat de namen van alle gesneuvelden en opgeëisten. De figuratie bestaat uit een stervende soldaat, een brandende stad Ieper en een Christus. Daaronder lezen we: "1914 - PIE JESU DOMINE DONA EIS REQUIEM - 1918” en helemaal onderaan staat de schenker/opdrachtgever: "Gifte van het plaatselijk hulp- en voedingskomiteit der Gemeente Erwetegem”.
 
Deze plaquette werd tientallen jaren bewaard door de voorzitter van het genoemde comité, Albert Cromphout, tevens burgemeester van Erwetegem van 1921 tot 1927. Via diens zoon kwam ze in de jaren tachtig in het bezit van Hector Van Audenhaege, hoofdonderwijzer, gemeenteraadslid en voorzitter van de kerkfabriek, die ze hier in 1987 liet aanbrengen. Aan De Vlamme richtte August Hutse eind 1918 een bescheiden kapel op. Ze draagt als opschrift: "A. Hutse 1918 - O.L.V. van Vrede bid voor ons - H. Antonius bescherm ons”. Tijdens de oorlog had vader Hutse beloofd een groot bedehuis te bouwen als zijn drie zonen behouden van het front zouden terugkeren. Eén onder hen, Hector, werd echter al in 1915 als vermist opgegeven en dus hield August Hutse het bij een kleinere kapel.
 
Godveerdegem
Op de ommuurde begraafplaats staat aan de zuidgevel van de kerk een weinig opvallend hardstenen monument. Het is getopt met een kruis en bevat een afneembare plaat waarop de namen zijn gebeiteld van de slachtoffers van de beide wereldoorlogen. Vermoedelijk werden de namen van de gesneuvelden en gevallenen van WO II naderhand aan de plaquette toegevoegd; mogelijk heeft men na 1945 een volledig nieuwe plaat gekapt. De tekst luidt als volgt: "Aan onze Helden - 1914-1918 - Lagaert Romain, De Vos August, Nachtegael Felix, Van Daele René, De Cooman Victor - 1940-1945 - De Maeseneer Charles, De Smet Jules, Van Cromrbrugge Albert, Van Damme André - Het volk van Godveerdegem”. Wat meteen opvalt is dat de voornaam van André Van Damme foutief werd gekapt: men beitelde hem naderhand correct op een stukje hardsteen en lijmde dat boven de "misslag”.
 
Grotenberge
Op 2 februari 1920 werd er in Grotenberge een "groot soldatenfeest" gehouden, gefinancierd met giften van de bevolking en met toelagen van het gemeentebestuur en de kerkfabriek. De viering behelsde onder andere het wijden van "den gedenksteen" en het planten van een vrijheidsboom. Elk huisgezin kreeg bovendien "een beeldeken met de portretten der helden". Het betreft een dubbel prentje met de beeltenis van vijftien soldaten en een opgeëiste. Het huldemonument kreeg heel wat bijval: "Het monument valt fel in den smaak van iedereen en elk spreekt den lof uit van M. Jos Van Oudenhove, "t is een felle stielman", meldt het plaatselijke weekblad "De Beiaard"."
 
Op het monument vinden we de volgende namen terug: Robert Blauwaert, Petrus Bogaert, Eugeen De Clercq, Henri De Corte, Remi De Decker, Henri De Geyter, Gustaaf De Vuyst, Jules Geerts, René Herreman, Désiré Opdecam, Albert Opdecam, Jozef Opdecam "wachtm.’, Jozef Schollaert "Serg. Maj.”, Karel Van Cauwenberge "Korp” en René Van Der Massen (gesneuvelde militairen) en Georges Van Hoorde ("opgeëischt”).
 
Wanneer na de Tweede Wereldoorlog een nieuw monument wordt opgericht in de nabijheid van de kerk, wordt aan de lijst van de burgerlijke slachtoffers nog Emiel De Vuyst toegevoegd, terwijl René Van Der Massen nu als Jozef Van Der Massen wordt vermeld. In een niet gedateerde "Lijst der gesneuvelde soldaten”, opgemaakt door het gemeentebestuur van Grotenberge, vinden we noch Remi De Decker noch Jozef Schollaert terug; drie voornamen zijn anders opgegeven: Jozef Van Der Massen, Louis Blauwaert en Felix De Vuyst. In de heldenlijst afgedrukt in De Beiaard, worden nog andere voornamen gebruikt, ontbreken een paar namen en wordt anderzijds een zekere Pieter Opdecam toegevoegd.
 
Leeuwergem
Op de begraafplaats, achter het koor van de kerk werd, in een met smeedijzer afgeboord perk, een mooi ogend monument voor de slachtoffers van de Grote Oorlog opgericht. De arduinen obelisk, getopt met een kruis, draagt de tekst: "Aan onze helden gesneuveld op het veld van eer. 1914-1918”. De namen van de zes gesneuvelden, met hun overlijdensdatum, zijn in de steen gekapt: "Mathieu Maurice 21.10.1914; Callebaut Jozef 19.8.1914; Hubo René 17.6.1916; Bovijn Leopold 6.2.1917; Ribbens Jozef 17.2.1917; Magerman Amedee 29.10.1918”. Het monument werd, blijkens de inscriptie, ontworpen door J. Van Oudenhove uit Zottegem.
 
Oombergen
Op zondag 8 augustus 1919 werd er in Oombergen een Vredesfeest georganiseerd. Bij die gelegenheid werden "de beeltenissen der gesneuvelden en de soldatenstrijders (...) in groep gephotografieerd om zoo een blijvend aandenken te hebben (...)". Aan de kerk richtte men een schitterend gedenkteken op, waarbij het basreliëf met een engel die de linkerhand rond een stervende soldaat houdt, het meest in het oog springt. Op de linkerzijkant lezen we "Vrede eischt ons bloed”; rechts staat "Zege schenkt moed”. Tussen de vleugels van de engel werden de namen van de gesneuvelden gebeiteld: "K. Meuleman, A. Van Cauwenberge, S. Van Den Berge, C. Vermassen”.
 
Sint-Goriks-Oudenhove
Voorin de stemmige, ommuurde begraafplaats van Sint-Goriks-Oudenhove staat een hardstenen monument. Het is bekroond met een Grieks kruis waarin de IJzerboodschap AVV-VVK werd gegrift. Daaronder werd, in boogvorm, de inscriptie "Hulde aan onze Helden” aangebracht. De namen van vijf gesneuvelden en hun overlijdensdatum staan boven een weinig kunstzinnige figuratieve partij. Deze stelt een engel voor die met de linkerhand naar de hemel wijst, terwijl hij kijkt naar een aan zijn voeten liggende gesneuvelde en hem met zijn rechterhand een lauwerkrans aanbiedt. Daaronder vinden we de teksten: "Die vielen voor God en Vaderland” en "Rust in Vrede”.
 
Op de flanken van het monument werden zwartmarmeren plaatjes geschroefd waarop links de namen van de overleden oud-strijders 14/18 en rechts die van 40/45. Deze laatste worden voorafgegaan door plaatjes voor de gesneuvelde Roger De Sutter en de in het concentratiekamp omgekomen Achiel De Pessemier. Wegens plaatsgebrek worden de plaatjes sinds 1988 ook op de achterzijde van het monument bevestigd. De gedenksteen werd op zondag 10 juli 1921 onthuld en ingewijd. Bij die gelegenheid werd ook een gedenkprentje uitgegeven met de beeltenis van de vijf gesneuvelden.
 
Sint-Maria-Oudenhove
Tijdens het Vredesfeest op 5 september 1919 stelde men tijdens de kerkdienst "voor de lijkbaar (...) de prachtige lijst met de beeltenis der zes-en-twintig roemrijke helden". Er werd ook een gedenksteen opgericht: "hunne namen staan met gouden letters gebeiteld in den steen die in de kerk werd geplaatst". We vinden dit gedenkteken links achterin de kerk. Het bestaat uit een monumentale gekruisigde Christus met aan weerszijden een arduinen plaat waar, op zwart gepolijste achtergrond, in vergulde letters de namen van drieëntwintig gesneuvelden in volgorde van hun overlijdensdatum chronologisch werden gebeiteld, met vermelding van hun naam en voornaam, overlijdensplaats en -jaar.
 
Achteraan staan Gustaaf Van Den Bossche en Xaveer Van Der Stichelen, met de vermelding "+ onbekend”. In extremis werd ook de naam toegevoegd van Emiel Goeman, die in 1919 stierf. De heldenlijst wordt afgesloten met de opgeëisten Achiel Schietecatte, Henri Vermeeren, Alfons Vanderstraeten en Joseph Machtelinckx. De gedenksteen werd ontworpen door Birman uit Ninove. Op de hoek van het Sint-Hubertusplein staat een monumentale zuil. Ze bevat de namen van dertig(!) gesneuvelden en vijf opgeëisten uit de Eerste Wereldoorlog. De gedenkplaat in de kerk en de lijst gehanteerd in het stadhuis bevatten slechts de namen van zesentwintig gesneuvelden en vier opgeëisten. Dit laat vermoeden dat het monument op het Sint-Hubertusplein pas na oktober 1920 werd opgericht, zodat de soldaten J. Vekeman, G. Versteirt, C. De Keijzer en L. Pieyns en de opgeëiste A. Pieyns (+ oktober 1920) konden worden toegevoegd.
 
Strijpen
Aan de ingang van de Sint-Andreaskerk werd een arduinen ereperkje ingericht met een witmarmeren plaat waarin de namen van de gesneuvelden en gevallenen van de Grote Oorlog werden gebeiteld. De onthulling van de gedenksteen vond plaats op 12 september 1920.
 
Velzeke-Ruddershove
Velzeke-Ruddershove vierde de terugkeer van de soldaten op 31 augustus 1919; de gemeente droeg bij in de organisatiekosten. Kort daarop rijst de idee om voor de gesneuvelden een gedenksteen op te richten. Zo lezen we in "De Beiaard" begin oktober 1919: "Velsicque telt 20 gesneuvelde soldaten en 4 burgerlijke slachtoffers. Ter hunner eere zal eerlang een prachtvol gedenkteeken worden opgericht". Meteen doet men ook een oproep aan de bevolking om dit project mee te helpen financieren. De onthulling van het monument waar "in goudvlammende letteren de namen onzer vijf en twintig dooden staan te lezen" vindt plaats op 25 april 1920.
 
Het monument, een bas-reliëf in de westgevel van de kerk ingewerkt, valt onmiddellijk in de smaak: "Het gedenkteeken is allerprachtigst; een echt kunstvoorwerp, dat den heer beeldhouwer C. Van de Capelle, van Anderlecht, ter eere strekt". Op het zandstenen bas-reliëf, met centraal een Heilige Martinus, vinden we de namen terug van de gesneuvelden en de burgerlijke slachtoffers. De informatie strookt lang niet altijd met wat we in de overlijdensregisters terugvonden en er moet in 1920 nog heel wat onduidelijkheid zijn geweest over de precieze plaats en datum van overlijden. Zo wordt een paar keer vermeld: "verdwenen Dixmuide” of kortweg "verdwenen”. Tot 1979 hing achterin in de kerk ook een ingelijste assemblage met alle doodprentjes van de gesneuvelden en gevallenen. Tijdens een plaatsbezoek op 1 augustus 1995 vonden we, ondanks een grondig speuren in alle hoeken en kanten van de kerk, dit kader niet terug.
 
Bronnen
In de vorige bijdrage werd bij de bespreking van het ereperk voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog op het Zottegemse kerkhof een schematisch overzicht gegeven, met vermelding van de naam van de slachtoffers. Als nr. 14 vermeldden we Leon Bernagie. Dit was een verschrijving: het gaat hier om Leon Bernaeyge, die in het laatste oorlogsjaar sneuvelde te Waarschoot.
 
© Danny Lamarcq

Voor meer informatie verwijzen we u naar: Danny Lamarcq, Oorlogsmonumenten te Zottegem. Stille getuigen van twee wereldbranden, in: Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen, VII, 1995, pp. 13-136.